Fraude door werknemer - Is werkgever aansprakelijk voor btw?

31-01-2024 -

 

Inleiding

Het zal u maar gebeuren. Een werknemer reikt valse facturen uit met btw op naam en het btw-nummer van de werkgever. De werkgever is hiervan niet op de hoogte. Is de werkgever nu toch verplicht die btw te voldoen aan de belastingdienst? Het antwoord daarop is helaas ja. Het Hof van Justitie heeft dit bevestigd in een nieuwe uitspraak (C-442/22). De werkgever is dan ook aansprakelijk voor de handelingen van deze werknemer. Dat kan verstrekkende gevolgen hebben. In de casus die heeft geleid tot deze uitspraak moet de werkgever (waarschijnlijk) alsnog € 320.000 aan btw voldoen aan de belastingdienst. Let wel, deze btw is nooit door de werkgever ontvangen!

De casus

De casus is vrij simpel. Het betreft een tankstation. De werknemer bij dit tankstation had (kort samengevat) kassabonnen verzameld, die klanten na het afrekenen hadden weggegooid. Op basis van deze weggegooide kassabonnen werden vervolgens nieuwe (frauduleuze) facturen opgesteld met daarop de brandstof, hoeveelheid en prijs van de originele factuur. Deze nieuwe frauduleuze facturen werden vervolgens door de werknemer verkocht aan geïnteresseerde partijen. De kopers konden op basis van deze frauduleuze facturen btw in aftrek brengen op brandstof die nooit was geleverd/gekocht. Hierdoor wordt ook de schatkist ‘leeggetrokken’ aangezien de btw wel wordt teruggevraagd van de belastingdienst, echter, de btw op de frauduleuze facturen wordt niet afgedragen.

Wettelijke systematiek

Om dit soort gevaren voor de schatkist te voorkomen, is een veiligheidsklep opgenomen in de btw-wetgeving (artikel 37 Wet OB’68). Op basis van dit artikel is de ondernemer verplicht de btw af te dragen, ook al is de btw ten onrechte vermeld op een factuur. Dus ook als deze btw helemaal niet vermeld had moeten worden op de factuur. Dergelijke situaties doen zich voor als er sprake is van bijvoorbeeld een btw-vrijgestelde activiteit, maar er toch 21% btw in rekening wordt gebracht. Of, het verlaagde tarief (9%) is van toepassing en het standaard tarief (21%) wordt in rekening gebracht. Door deze veiligheidsklep ontstaat er een evenwicht voor de schatkist, namelijk afdracht van btw bij verkoper en aftrek van btw bij de koper (ook al is de koper daartoe niet gerechtigd). De ondernemer heeft wel mogelijkheden om deze fout naderhand te herstellen en de onjuist gefactureerde btw naderhand terug te vragen bij de belastingdienst. Dat kan alleen als vaststaat dat de afnemer de btw niet in aftrek heeft gebracht, dan wel deze aftrek van btw heeft gecorrigeerd.

Is deze systematiek nu ook van toepassing als de werknemer fraudeert? Het antwoord daarop is gegeven in deze uitspraak van het Hof van Justitie.

Nieuw element

Het vernieuwende in deze zaak is dat het Hof van Justitie bepaalt dat in dit soort situaties ook de werknemer aangesproken kan worden om de btw alsnog te voldoen aan de belastingdienst (ook al zijn het particulieren en geen ondernemers). Iets dat wij nog niet hebben gezien in Nederland. Dit is een verfrissende kijk op het btw-systeem en naar onze mening ook volledig terecht.
Dat neemt niet weg dat de werkgever in eerste instantie aansprakelijk zal zijn. Volgens het Hof van Justitie is dat het geval als de werkgever onvoldoende zorgvuldig is geweest. In deze casus wordt het de werkgever kwalijk genomen onvoldoende toezicht te hebben uitgeoefend op de werknemer. Dat knelt volgens het Hof van Justitie des te meer nu de werknemer ook bevoegd was facturen buiten het computersysteem uit te reiken (dit was kennelijk een gangbare praktijk), zonder dat daarvoor toestemming was vereist van de werkgever.

Praktijk

Met deze uitspraak van het Hof van Justitie wordt een nieuwe regel geïntroduceerd. Namelijk, dat een werknemer rechtstreeks door de belastingdienst kan worden aangesproken op de afdracht van btw bij frauduleuze activiteiten door deze werknemer. De werkgever kan dan ook buiten schot blijven in dit soort situaties. Daarvoor is wel noodzakelijk dat de werkgever kan aantonen dat hij in voldoende mate zorgvuldig is geweest. Dat vereist specifieke controles op handelingen van de werknemers. Dit is een aanzienlijke last voor de werkgever. Dit vereist namelijk niet alleen het schriftelijk vastleggen van controle protocollen, maar ook vastlegging van het daadwerkelijk uitvoeren van deze controles. Als deze processen niet op orde zijn, kan de naheffingsaanslag btw bij de werkgever niet worden voorkomen ongeacht het feit dat een werknemer deze handelingen heeft verricht.



logo element

If you have any questions about this topic or if you would like to discuss the topic further, please do not hesitate to contact us at info@vatpartners.com